“….Praat Nederlands met me. Even Nederlands met me…”
Ken je dat liedje?
Misschien denk je er wel eens aan als je met een marketeer in gesprek bent. Zoveel ‘eigen’ en vaak Engelse woorden waar ze mee strooien. Niet te volgen gewoon!
Bewust? Ik hoop het niet.
Onhandig? Soms
Besmettelijk? Heel erg.
Welke woorden? En waarom? Je leest het in mijn nieuwste blog. Want de J van Het Vage Marketing ABC is voor Jargon.
De J van Het Vage Marketing ABC is voor Jargon
Jargon, iedereen heeft ermee te maken
Ga jij in vergadering of in een meeting? Heb je een 1-op-1 met je leidinggevende of een bila?
En hoe heet dat interne netwerk online? Die heeft vast ook een mooie naam, net weer anders dan het ‘social company network’ van het vorige bedrijf waar je werkte.
Iedere organisatie heeft zo zijn eigen bewoordingen voor zaken die redelijk op hetzelfde neerkomen. En ja, je went eraan. Hoewel ik bila (of nog erger, trila) een heel erg eeeh verschrikkelijk woord vind dat nooit zal wennen. Maar dat is persoonlijk he.
Jargon daarentegen vind ik wel een mooi woord. En daar hebben we allemaal enigszins mee te maken. Maar wie dus heel erg thuis zijn in het vakjargon, zijn marketeers.
Vakjargon in marketing
Een voorbeeld van een gesprekje met een marketeer wat je zou kunnen hebben als je bijvoorbeeld een nieuw product op de markt wilt gaan brengen..
“Als we de customer journey in kaart hebben gebracht van uw target group, waar we eerst een buyer persona voor zullen opstellen, zullen we een strategie ontwikkelen die hierop aansluit. Maar hier hebben we eerst uw input voor nodig. En de vraag is, welke KPI’s, zowel online als offline, we moeten gaan meten om de resultaten bij te houden van de uit te rollen campagne zodat we eventueel hierop kunnen bijsturen gedurende de looptijd van de lancering.”
Taal die bekend is, die iedereen snapt. En die te volgen is als je wat je zegt. Klinkt zo logisch.
En toch lijkt die wijsheid een marketeer vaak vreemd.
Van Nederlands naar niet Nederlands
Vaak doen ze het niet bewust, het praten in vakjargon. Dat sluipt er in. Doordat je elkaar aansteekt, je neemt woorden van elkaar over. En het Engels klinkt ook best lekker, bovendien zijn er vaak geen goede Nederlandse woorden voor. En als je eenmaal het jargon kent, praat het eigenlijk ook wel makkelijker.
Althans, zo ging dat bij mij wel. Van gewoon Nederlands, naar niet Nederlands en jargon..
Opeens hadden we geen brochures, foto’s, teksten etc. meer, maar assets.
Geen communicatiemiddelen meer, maar tools.
En gingen we van introducties naar launches.
En toen ik vrienden vertelde over een nieuw marketingconcept waar ik mee bezig was, kreeg ik vragende blikken en die gingen niet over de inhoud maar over wat ik met concept bedoelde.
En het gekke is, de eerste keer dat je zo een vakterm hoort denk je inderdaad, vanwaar deze woordkeuze, nergens voor nodig. Maar het is verrassend hoe snel deze termen wennen en je ze ook gaat gebruiken. Bewust en onbewust.
Sorry, nog een keer?
Alleen, lieve mede marketeers, we moeten niet vergeten dat voor iedereen die niet in deze materie zit, het soms wat lastig te volgen kan zijn. Dus bij deze nog een tip van flip.
Denk af en toe even aan dat liedje… “ Praat Nederlands met me. Even Nederlands me… ”
En verduidelijk met voorbeelden wat een customer journey voor jouw klant kan zijn of geef een lijstje met KPI’s ter inspiratie.
En mocht je met een marketeer in gesprek zitten die rijkelijk met vakjargon aan het strooien is, geef het gewoon aan. Want praten en uitleggen wat het marketing vak inhoud, dat vinden we allemaal leuk om te doen!